
In ons programma bij Radio Maria Nederland bespreken we telkens thema’s op het raakvlak van biologie – de wetenschap van het leven – en geloof. Daarbij komen zowel theoretisch-filosofische als praktisch-ethische vragen aan bod. Naar aanleiding van het overlijden van paus Franciscus stellen we in deze aflevering de vraag: wat is zijn specifieke bijdrage geweest op dit terrein? We behandelen vier onderwerpen die in het bijzonder opvallen:
- Zijn visie op integrale ecologie, waarbij de mens wordt beschouwd in samenhang met zijn natuurlijke leefomgeving;
- Zijn blijvende bezorgdheid over de toegankelijkheid van medicijnen en medische zorg in arme landen;
- Zijn pastorale benadering van de menselijke seksualiteit, met een nadruk op barmhartigheid en aandacht voor mensen aan de randen van de samenleving, zoals homoseksuelen;
- Zijn houding ten opzichte van abortus, waarin hij zowel het ongeboren leven als de situatie van de moeder die ongewenst zwanger is geraakt serieus neemt.
Deze opsomming is vanzelfsprekend niet volledig.
Wat opvalt, vooral in zijn eerste apostolische exhortatie Evangelii Gaudium (§§ 242–243, zie hieronder), is hoezeer Franciscus voortbouwt op het denken van zijn voorgangers over de relatie tussen geloof en wetenschap, en over bio-ethiek in bredere zin.
Tegelijkertijd legt hij een sterk accent op een pastorale benadering waarin de armen en kwetsbaren, de mensen aan de periferie, onze bijzondere aandacht verdienen.
Biofides is eens in de twee weken te beluisteren bij Radio Maria Nederland, op vrijdag om 10.15 en om 22.15.
Evanglium Gaudium 242, 243
§232: De dialoog tussen wetenschap en geloof maakt ook deel uit van het evangelisatiewerk ten dienste van de vrede. Terwijl positivisme en scientisme “de geldigheid van andere vormen van kennis dan die van de positieve wetenschappen weigeren te erkennen”, stelt de Kerk een andere weg voor, die vraagt om een synthese tussen het verantwoord gebruik van methoden die eigen zijn aan de empirische wetenschappen en andere kennisgebieden zoals de filosofie, de theologie en het geloof zelf, dat ons verheft tot het mysterie dat de natuur en het menselijk verstand te boven gaat. Het geloof is niet bang voor de rede, integendeel, het zoekt en vertrouwt de rede, want “het licht van de rede en het licht van het geloof komen beide van God” en kunnen elkaar niet tegenspreken. Evangelisatie is aandachtig voor wetenschappelijke vooruitgang en wil daarop het licht van het geloof en de natuurwet werpen, opdat deze de centrale plaats en de hoogste waarde van de mens in alle fasen van het leven blijven respecteren. De hele samenleving kan verrijkt worden dankzij deze dialoog, die nieuwe horizonten voor het denken opent en de mogelijkheden van de rede vergroot. Ook dit is een weg van harmonie en vrede.
§243. De Kerk wil de wonderbaarlijke vooruitgang van de wetenschap niet tegenhouden. Integendeel, zij verheugt zich zelfs in het erkennen van het enorme potentieel dat God aan het menselijk verstand heeft gegeven. Wanneer de wetenschappen – strikt gericht op hun specifieke onderzoeksgebied – tot een conclusie komen die de rede niet kan weerleggen, spreekt het geloof deze niet tegen. Gelovigen kunnen evenmin beweren dat een wetenschappelijke mening die aantrekkelijk is maar onvoldoende bewezen, hetzelfde gewicht heeft als een geloofsdogma. Soms hebben sommige wetenschappers de grenzen van hun wetenschappelijke competentie overschreden door bepaalde uitspraken of beweringen te doen. Maar hier ligt het probleem niet bij de rede zelf, maar bij de promotie van een bepaalde ideologie die de weg naar een authentieke, serene en vruchtbare dialoog blokkeert.